Hoge bomen vangen veel wind

Kristin Harila is bezig met een project om alle 14 achtduizenders te beklimmen, in een zo kort mogelijke tijd. Het was haar doel om dat in 2022 te realiseren, maar ze kreeg voor de laatste twee bergen in Tibet/China de permits vorig najaar niet rond in de nasleep van corona. Dit voorjaar 2023 is dat haar wel gelukt en daarmee heeft ze de veertien hoogste bergen ter wereld getopt in slechts 370 dagen. Ze heeft daarbij volop ondersteuning gehad van Sherpa’s, zuurstof en helikopters. Net als de sterke Nepalees Nimsdai (Nirmal Purja), die dit project in 2019 ondernam en daarvoor ruim 6 maanden nodig had (waarbij overigens later bleek dat hij op Dhaulagiri en Manaslu net niet op de hoofdtop stond).

Recordpoging
Maar Kristin heeft het er niet bij gelaten; ze heeft zich alsnog ten doel gesteld om de 14 achtduizenders binnen een half jaar te beklimmen. Dat betekent, na het toppen van Shisha Pangma en Cho Oyu in Tibet, dat ze beoogt de resterende 12 bergen een tweede keer te beklimmen. De afgelopen weken waren succesvol; ze heeft de 7 achtduizenders in Nepal inderdaad voor de tweede keer (!) beklommen, en daarmee staat de teller dit jaar op 9. Ze beoogt de resterende 5 bergreuzen in Pakistan deze zomer (2023) te herhalen en wil de totale tijd zelfs verkorten.

Grootse prestatie
Het is bijzonder knap wat Harila en haar Sherpa-team hebben gerealiseerd en aan het ondernemen zijn. Zelfs als je in acht neemt dat ze zuurstof gebruikt en volop ondersteuning heeft. Mind you, 21 keer (12 + 9) op de top van 8000+ meter staan in 15 maanden! Dat is fenomenaal. Niet alleen fysiek, maar vooral qua organisatie, logistiek, financiën en communicatie. Uiteraard gaat dit niet van een leien dakje. Harila zegde haar baan op en verkocht haar huis en had/heeft net als Nimsdai forse budgettaire uitdagingen. En om het logistiek voor elkaar te krijgen moet je werken met de beste partners en een sterk team. En dat betekent soms ook lastige keuzes maken.
Op social media is afgelopen week echter een hetze ontketend, om haar naar beneden te halen. Natuurlijk, het beklimmen van een achtduizender met invliegen op het basiskamp, volop zuurstof en Sherpa-ondersteuning is veel makkelijker dan wanneer je dit alpien en in je eentje zou doen. Dat geldt überhaupt in deze tijd van commerciële expedities. De huidige beklimmingen op normaalroutes van achtduizenders zijn geen vergelijk met de eerste beklimmingen in de jaren vijftig-tachtig van vorige eeuw. En ook geen vergelijk met technische beklimmingen elders of op andere routes van achtduizenders. Het heeft niets meer van doen met ‘exploren’…

Commercialisering
Het commerciële klimmen begon begin jaren negentig: expedities geleid door professionele westerse gidsen, met betalende klimmers. Zo werd het beklimmen van de hoogste bergen ter wereld voor een grotere groep mensen bereikbaar.

Daarbij zijn de trends van de afgelopen decennia:

  • Sherpa’s/Nepalezen hebben zich ontwikkeld van ondersteuners tot ervaren klimmers, gidsen en zelfs expeditieleiders/ondernemers. Op zich een positieve ontwikkeling! De Sherpa’s spelen trouwens al sinds de eerste expedities in de jaren twintig een cruciale rol, maar nu krijgen ze gelukkig steeds meer de credits.
  • De klimroute wordt volledig geprepareerd met vaste touwen door Sherpa’s. Daardoor zijn ook de technisch moeilijke achtduizenders als Annapurna, Kanchenjunga en K2 bereikbaar geworden voor minder ervaren klimmers.
  • Toenemende drukte en dalend klimniveau. De lokale Nepalese operators zijn veelal goedkoper, en spelen effectief in op de klantvraag naar meer luxe (bv. een bed in het basiskamp), meer en eerder zuurstof en een lichtere rugzak. De marketing lijkt bijna: ”wij brengen je naar de top”. Ook de populariteit van Nimsdai en zijn film 14 Peaks spelen hierbij een rol. Per saldo trekt dit meer klimmers/’klanten’ aan en daalt het klimniveau. Dat is al decennia het geval maar zet zich nu door. En dat komt ironisch genoeg dus mede door de zich ontwikkelende lokale klimmers.
    N.B. Helaas lijkt ook de kwaliteit van de lokale operators te dalen: de prijsvechters nemen het minder nauw met de kwaliteit en hebben hun logistiek minder goed op orde. Dat leidt tot meer risico bij de beklimmingen.
  • Inzet van helikopters. Het begon met het invliegen op basiskampen om klimmers te droppen en om spullen te brengen naar de hoogtekampen. Een nieuwe fase was de inzet van helikopters voor een heen-en-weertje naar bv Kathmandu, als klimmers tussentijds een paar dagen wilden bijkomen. In 2021 was er de volgende fase: op de moeilijke berg Annapurna was een toppoging aan de gang en de Sherpa’s kwamen touw tekort. De betreffende Nepalese expeditieleider belde een helikopter en er werd hoog op de berg extra touw afgeleverd. Vanaf dat moment is de term heli-doping geïntroduceerd.
  • ‘8000-bagging’: de achtduizenders aan elkaar rijgen in een seizoen en zo kort mogelijke tijd, juist door de inzet van bovenstaande ondersteuning en middelen.

Tijdens de beklimming van Manaslu door Harila en haar team, in het naseizoen waarbij ze als enigen op de berg waren, is de inzet van helikopters nog een stap verder gegaan: er zijn helikopters ingezet om Sherpa’s en materiaal te droppen in kamp 2 (en 3?), en vervolgens is de route in orde gemaakt van boven naar beneden. Tsja… hier is uiteraard veel op aan te merken. Aan de andere kant is het wel slim bedacht, want het is sneller. En helpt dus als je een recordpoging doet, er slecht weer aankomt en je met maar een paar mensen op zo’n joekel van een bergreus bent. Toen Kristin Harila begon vanuit het basiskamp, was een deel van de route dus al gefixeerd. Ter vergelijk: in het seizoen is alles vooraf al (van onder tot boven) gefixeerd met vast touw.
Uitgerekend de gerespecteerde en gerenommeerde expeditieleider van de ‘Annapurna-heli-doping-affaire’ viel Harila via social media aan. Sterker nog, dat deze nieuwe heli-werkwijze de Sherpa-business zou ruïneren. Bovendien wekte hij de suggestie als zou Kristina zelf met de heli naar boven zijn gegaan. Daarna gingen velen los.

Samenvatting & Conclusie
Bij alle bovenstaande ontwikkelingen zijn vraagtekens te plaatsen. Zeker. Een discussie daarover is legitiem. Het huidige klimmen op de normaalroute van achtduizenders, en met name op Mount Everest, loopt steeds meer uit de hand. De milieu-voetprint wordt steeds groter en deze expedities hebben nog maar weinig gemeen met het oorspronkelijke bergbeklimmen.
Persoonlijk vind ik dat zeer jammer. Overigens gruwel ik zelf van drukte in de bergen, en ook heb ik niets met snelheidsrecords aldaar. Ik ben een voorstander van het pure klimmen; zonder luxe, zonder zuurstof, zonder helikopters en met zo min mogelijk ondersteuning. Maar de wereld terugdraaien zal niet lukken. En het is bovendien niet in het belang van de Nepalezen die hier hun boterham verdienen. Hoe het dan verder moet met het commerciële expeditie-klimmen? Dat is een vraagstuk apart, maar er is geen simpel antwoord.

Dit alles laat onverlet dat Kristin Harila een grootse prestatie heeft neergezet door de achtduizenders zó snel achter elkaar te beklimmen. Ze klimt in een klein team met Sherpa’s, en zijn bepaald niet alleen volgend geweest. Regelmatig waren ze alleen en trokken hun eigen plan. Zowel fysiek als organisatorisch/logistiek is het razend knap. Net zoals dat overigens gold voor Nimsdai en zijn team.
Hoewel de discussie over de huidige manier van klimmen terecht is, heb ik nu het gevoel dat er een hetze is ontketend, waarbij alles wordt aangegrepen om Harila naar beneden te halen. Hoge bomen vangen inderdaad veel wind. Ik kan me dit keer echter niet aan de indruk onttrekken dat haar vrouw-zijn een rol speelt. Dat het lastig verkroppen is, dat een vrouw zo goed presteert en haar prestatie misschien zelfs als bedreigend wordt ervaren. Bijzonder jammer dat dit gebeurt, maar helaas zit onze wereld kennelijk zo in elkaar.

En de echte klimmers? Gelukkig zijn er nog uitdagingen genoeg in die prachtige bergwereld; andere routes op achtduizenders, waar je alleen bent en puur kunt klimmen. En natuurlijk zijn er de lagere bergen, met technisch extreme routes. Projecten die veel meer klimvaardigheden en ervaring vergen. Jammer genoeg krijgen deze expedities en topklimmers nauwelijks waardering en aandacht bij de media en het grote publiek. Onterecht! Ook in dat opzicht zit de wereld helaas zo in elkaar.

N.B. In Hoogtelijn nr 3 (juni 2023, pag 60-65) staat een interview met Kristin Harila. Het gesprek vond plaats in januari 2023. Dit artikel heeft als focus de persoon Kristin Harila en haar record.  Natuurlijk kun je niet alles meenemen in een gesprek, maar persoonlijk vind ik het een gemiste kans dat het onderwerp klim-ethiek niet wordt aangeroerd.

Naschrift 18 juli 2023: inmiddels heeft Kristin ook drie van de vijf toppen in Pakistan opnieuw getopt: Nanga Parbat, G2 en G1 (laatste zonder O2).
Verder zijn er de afgelopen weken een paar interessante artikelen verschenen over haar prestatie en de ontwikkeling in het expeditie-klimmen:
– Online magazin Alpin (14-7-23):  https://www.alpin.de/home/interviews/58102/artikel_8000er_am_schnuerchen.html
– Een artikel door klimmer László Pintér (26-6-23):  https://www.mozgasvilag.hu/hirek/climbing-the-14-8000ers-has-only-statistical-value?fbclid=IwAR1mGtdP4lzLKbaGB67UEPzi-IoExCx8ZWqNByIQ4lRo-VUF6fxCKE2UfjE

Naschrift 30 juli 2023: inmiddels stond Kristin ook op Broad Peak en op 27 juli jl bereikte ze de top van K2 en voltooide daarmee de grand slam in slechts 92 dagen. Een mega-prestatie!! Ondanks alle kanttekeningen die je kunt plaatsen vanuit milieu-perspectief etc. In deze ’tweede ronde’ stond ze op alle toppen met kanjer Tenjin Sherpa Lama. Daarnaast bestond het team uit wisselend een aantal Sherpa’s. Explorerweb publiceerde dit overzicht van de beklimmingen. En daarnaast dit artikel om het project in perspectief te plaatsen: https://explorersweb.com/kristin-harilas-speed-record-perspective/

Top Cho Oyu – 25 jarig jubileum

Vandaag, 25 jaar geleden, op 20 mei 1998 om 12 uur, bereikten Nawang Dorje Sherpa en Katja Staartjes de top van Cho Oyu, met 8188 meter de op 5 na hoogste berg ter wereld. Ze klommen vanuit het hoogtekamp op 7100 meter zonder zuurstof naar de top en hadden de top volledig voor zich alleen. Met het het fenomenale uitzicht op Mount Everest, Lhotse en Nuptse (op ca. 30 km) en in de verte op de grens met India de berg Kanchenjunga (met 8586 m de nr. 3 van de wereld).
Katja maakte deel uit van de Nederlandse expeditie 1998, bestaande uit 18 klimmers, o.l.v. René de Bos en Robert Steenmeijer, en deed met een paar teamgenoten de eerste toppoging. In de dagen erna haalden nog 6 teamgenoten de top, en belangrijker: iedereen keerde gezond terug.
Katja: “het is voor mij een gedenkwaardige dag, want daar, op die top van de Godin van het Turquoise veranderde mijn droom om de Moedergodin van de aarde (‘Chomolungma’, oftewel de 8848 meter hoge Mount Everest) te beklimmen, in een ambitie. Voor het eerst dacht ik: misschien zou ik het kunnen. Ik bewaar prachtige herinneringen aan deze voor mij eerste expeditie naar een achtduizender.
Ik wil hierbij René de Bos bedanken, die mij inspireerde naar de Himalaya te gaan, met het toenmalige Nepal Reizen. Dat was in 1994 voor de trektocht rondom de Dhaulagiri, met de beklimming van Thapa (Damphus) Peak van 6012 meter. In 1995 volgde de beklimming van Mera Peak (6467 m) met de fenomenale trektocht via Makalu BC – East Col en West Col. Ik besloot eind 1997 mijn vaste baan op te geven voor mijn passie voor de bergen, en een paar maanden later vertrok ik met het Nederlandse team naar Cho Oyo. Deze expeditie veranderde mijn leven voorgoed en heeft me veel gebracht.”

Link naar de expeditiepagina op deze site: https://katjastaartjes.nl/expedities/cho-oyu/
N.B. Nepal Reizen is inmiddels Snow Leopard Adventures.

Database Grensverleggers

Mijlpaal: de database Grensverleggers is online. Dit digitale archief is gelanceerd ter gelegenheid van het 120-jarig bestaan van de NKBV, en geeft de geschiedenis van het Nederlandse alpinisme en expeditieklimmen weer. Het is een centrale en toegankelijke plek voor verhalen en informatie over grensverleggende expedities en bijzondere prestaties van Nederlandse bergsporters van toen en nu.

Website: https://nkbv.nl/grensverleggers/

https://www.youtube.com/watch?v=wPeKpzZibc0

Uithoeken van Dolpo

Afgelopen weken trok ik samen met Henk, Chhiree Sherpa en Kamansing Tamang door het hoge, lege en ruige Upper Dolpo in Nepal. Ons stond voor ogen om de meest noordelijke uithoeken te verkennen en aan te doen. Uiterst afgelegen plekken, waar geen/nauwelijks buitenlanders komen:
– Kekyap La /Chanagar La (5700 m), de bergpassen die toegang geven tot Upper Dolpo vanuit het gebied Upper Mustang;
– Bergpas Muri La (5030 m) en gehucht Musigaon;
– Kuwagaon (Ku gaun), het meest noordelijke dorp, met daarna een rechtstreekse doorsteek terug naar het zuiden (Bhijer & Phoksundo Lake) via de pas Kyala Lek (5150 m).
Daarnaast was een missie om de school in Chharka Bhot te bezoeken, die we ondersteunen via Stichting Topaspiraties (zie blog aldaar)
Het is allemaal gelukt! We zijn vervuld en dankbaar.

Overigens was de afsluiting van de expeditie wat anders dan gepland: we dachten nog een paar dagen in Kathmandu te zijn om vrienden te ontmoeten, ons netwerk te versterken en de Sapta Gandaki Boarding School te bezoeken. Maar niets van dat al door dagenlange regen, de laatste staart van de moesson 2022. Het begon te plenzen op 3 oktober, praktisch aan het eind van onze tocht. Op 5 oktober kwamen we aan in het stadje Juphal, en daar hebben we 6 dagen ‘vastgezeten’ door het slechte weer. Het was niet alleen onmogelijk te vliegen, over de weg was al helemaal geen optie door de vele blokkades vanwege aardverschuivingen en overstromingen. Uiteindelijk misten we zelfs onze vlucht naar Nederland. Vervelend natuurlijk, maar vooral erg voor de Nepalezen; gammele huisjes begaven het, de rijstoogst deels mislukt en en vele trekkings liepen in het honderd.
Wat zijn we Nederland toch gezegend. Met milder weer en zoveel meer welvaart.

N.B. Op mijn persoonlijke FB en Instagram-pagina heb ik wat berichten geplaatst tijdens de tocht. Binnenkort volgt het expeditie-verslag op deze website.
Foto: Bergpas Muri La (5030 meter).
Naschrift: hier de link naar de beelden en het expeditie-verslag.

Podcast ‘Een Keurige Val’

Vorige week kwam de indrukwekkende podcast ‘Een keurige val’ uit, via NPO Radio 1 (Sisyphus, David de Jongh). In deze podcast is bergbeklimmer en pionier Herman Plugge aan het woord over zijn spraakmakende expedities, over de bergsport en over de Irish Coffee Award.

De podcast is via verschillende kanalen te beluisteren, o.a. via:
– NPO Radio 1 (#80, 13 juli 2022): https://www.nporadio1.nl/podcasts/docs/72301/80-een-keurige-val
– NPO 2Doc (#80): https://www.2doc.nl/docs/2022/80-Een-keurige-val.html
– Via Sisyphus: https://www.nporadio1.nl/podcasts/sisyphus (als tweeluik)

De Irish Coffee Award groeide uit tot de meest prestigieuze award onder Nederlandse expeditie-klimmers. De award-party vond jaarlijks op een winteravond plaats bij Plugge thuis, waarbij de woonkamer volgepropt zat met klimmers. Een hoogtepunt om te hebben mogen meemaken. In zijn oorspronkelijke hoedanigheid heeft het laatste event plaatsgevonden in 2019 (zie blog van destijds https://katjastaartjes.nl/expeditie-award-herman-plugge/ ). Daarna gooiden pandemie en gezondheid van Plugge roet in het eten. Om Herman te bedanken en te eren vond op 12 juni 2022 een bijeenkomst plaats met intimi en alle award-winnaars. Een prachtige afsluiting van een traditie.
Het goede nieuws is dat de Nederlandse Klim en Bergsport Vereniging de traditie zal voortzetten: Nieuwsbericht van NKBV daarover.

Legendarische Everest-expeditie 1984
Herman Plugge was de expeditieleider van de Everest-expeditie van 1984, nog in de tijd dat er slechts één team op de berg klom. Het team zette een grootse prestatie neer, die helaas uitmondde in de vete of Bart Vos wel of niet op het echt hoogste punt van de aarde heeft gestaan. Zo ja, dan was hij de eerste Nederlander op de top van Mount Everest.
Bart heeft altijd volgehouden dat hij echt op dat hoogste punt gestaan heeft. Maar een teamgenoot beweert (zelfs via een boek) dat hij de top niet gehaald zou hebben. Vanuit de Himalayan Database van wijlen Mrs Hawley en vanuit autoriteit Eberhard Jurgalski met 8000.com is de topclaim begin deze eeuw afgewezen. Daarmee zou René de Bos in 1990 de eerste Nederlander op de top van Mount Everest zijn geweest.

Uit de podcast blijkt dat Herman Plugge zijn expeditiegenoot Bart Vos nog steeds steunt met het bereiken van de Everest-top, wat ik lovenswaardig vind vanuit zijn expeditieleidersrol.
Hoewel het kennelijk eerder beschreven is in Witboek Everest, is voor mij een nieuw gegeven dat er met de eerstbeklimming van de Everest-top in 1984 een bedrag van tienduizenden guldens gemoeid was. Die bonus zou direct en indirect door het team geïncasseerd worden indien de werkelijke top gehaald zou worden.
Hmm, dat werpt voor mij toch een ander licht op deze affaire. Dat wil zeggen, naar mijn mening vergroot een topbonus in het vooruitzicht, de kans op het nemen van extra (teveel) risico bij de beklimming. En tevens vergroot het de kans dat klimmers niet integer omgaan met het wel of niet bereiken van de echte top.
Al met al is deze vete helaas een schadelijke kwestie voor de bergsport. En de enige die werkelijk weet hoe het zit is… klimmer Bart Vos.

Enfin, luister naar de prachtige ervaringen en verhalen van pionier Herman Plugge, een markante persoonlijkheid op wie ik in de loop der jaren zeer gesteld ben geraakt. Hij heeft een belangrijke rol vervuld in de ontwikkeling van het expeditieklimmen in Nederland en in het versterken van de onderlinge band in de klimscene.

N.B. De foto van Herman Plugge en David Bacci (award 2017) is genomen door Timo de Boer. De overige beelden maakte ik bij de award-uitreiking van feb 2019 (Bas Visscher en Danny Schoch).

Naschrift januari 2023: vlak voor kerst 2022 is Herman Plugge overleden, op 83 jarige leeftijd. Een icoon is heengegaan. Lieve Herman, rust zacht.

Nepal Trek Khaptad – Rara

Nepal Trek Khaptad – Rara. Onlangs waren we in Nepal en maakten een prachtige tocht tussen de twee Nationale Parken in het westen van het land. Oorspronkelijk beoogden Henk en ik samen met Chhiree Sherpa een uitdagende tocht te maken door de wildernis in het Solo-gebied: vanuit Dudh Kund-dal via Lumding-vallei en bergpas Moro La naar het bekende Khumbu-dal. Verder wilden we een schoolproject bezoeken. Het liep geheel anders. De eerste dagen, terwijl we acclimatiseerden op Pikey Peak (4067 m), was het uitstekend weer. Dat veranderde toen we langs de rivier Basa Khola omhoog trokken richting Dudh Kund (Saharsbeni). Met de slechte weersvoorspelling (storm en veel sneeuw) beoordeelden we de uiteindelijke doorsteek naar Lumding als te risicovol en zagen af van het vervolg.

De vraag was dus: wat nu? De reguliere trekkingroutes in Solo en Khumbu kennen we op ons duimpje, en hoe mooi ook, een weinig aanlokkelijke optie, zeker met slecht weer. We besloten zodoende het roer om te gooien en naar de andere kant van het land te gaan, de Far West. We gingen dus terug naar Kathmandu om ons voor te bereiden op het nieuwe plan rondom het Khaptad National Park. Net als onze eerdere projecten (Great Himalaya Trail, Teri/Ghemi La en Numbur) betrof het voor ons alle drie nieuw terrein. Toen ik me in de nieuwe tocht verdiepte, zag ik de mogelijkheid om van het Khaptad NP in Noord-Oostelijke richting te trekken naar het Rara National Park.

Hoewel de tocht nauwelijks door toeristen wordt ondernomen, bleek er een grove kaart van 1:150.000 (Nepa Maps) beschikbaar, een mooie basis voor de dagplanning. Chhiree regelde zoals altijd perfect het praktische deel van vervoer: de vlucht naar Dhangadi (aan de zuidgrens met India), de jeep naar Dadeldhura-Silghadi-Jingrana. Voor de zekerheid namen we één tent mee om autonoom te zijn. Die hebben we uiteindelijk niet nodig gehad; we vonden elke dag een plek via homestay danwel kleine teashops. Ook hier was het super om samen met onze vertrouwde vriend te zijn, bij het verblijf en alle andere contacten met de lokale bevolking.

De tocht was in één woord geweldig. De eerste dagen trokken we door het nationale park Khaptad, met fenomenale uitzichten op de westelijke Himalaya Range met zevenduizenders Api en Saipal. Ik had niet kunnen dromen deze bergreuzen na onze GHT van 2011 nog eens terug te zien.
Het hoogteprofiel van de tocht is ideaal voor de winter: van het 3100 meter hoge Khaptad plateau daal je af naar 1100 meter, met heerlijke temperaturen. Het landschap varieert dagelijks en je passeert sfeervolle dorpjes. Daar hadden we vaak een sliert kinderen achter ons aan, want gedurende de pandemie is er geen trekker langsgekomen, en ook daarvoor waren hier al nauwelijks toeristen. We trokken een prachtig stuk stroomopwaarts langs de grote Karnali-rivier, die we goed kenden van onze GHT door het district Mugu. De laatste twee dagen klommen we naar het Rara National Park. Het gelijknamige Rara Lake ligt op 2980 meter, is 167 m diep en is met 11 km2 het grootste meer van het land. Daarmee is het de enige toeristische hotspot van West Nepal.

We starten en eindigden in de sneeuw: in Khaptad met een maagdelijk pak sneeuwkristallen en toen we aankwamen bij het Rara meer was het grijs en triest. In de tussentijd hadden we alleen maar zon en een strakblauwe hemel. Het gebied is vruchtbaar met volop groenten en ook fruit. En ondanks de armoede werden we overal gastvrij onthaald en verwend met heerlijke citroenthee en dal bhat. Wat een geschenk, om na twee jaar pandemie en midden in de winter, deze tocht te hebben kunnen maken!

N.B. voor onze bijdrage aan het schoolproject in Solo zie: https://stichtingtopaspiraties.nl/meer-sport-muziek/

Hemelvaart – Everest jubileum

Everest Jubileum; vandaag precies 22 jaar geleden, viel Hemelvaart ook op de datum van 13 mei. Toen, op die Hemelvaartsdag 1999, klom ik met een aantal teamgenoten naar het hoogste punt op aarde, 8848 meter boven zeeniveau. Het voelde alsof ik de hemel kon aanraken. Niet voor niets wordt Everest ook wel Sagarmatha genoemd, ‘godin van de lucht’.

Wat een voorrecht dat ik dit heb kunnen doen. Dank Nepal, Sagarmatha en partners, voor deze ervaring! En alles was het me heeft gebracht, ook in mijn werk.

Verder ben ik dankbaar dat ik, vergeleken met de huidige tijd, in stilte naar de top kon klimmen. Wij klommen die dag met zo’n 25 klimmers totaal. Op de top stonden we met een paar klimmers, en ik stond er zelfs een minuut of tien in mijn eentje. Een bizarre en bijzondere ervaring, om daar als ‘hoogste mens’ te staan.
In het basiskamp waren we destijds met ruim 100 klimmers: ca 70 Westerlingen en 30 Nepalese Sherpa’s. Voor die tijd was dat ook druk.

In de loop van de jaren is het op de hoogste bergen – dat geldt nl ook voor bergen als Mont Blanc en Kilimanjaro – echter steeds drukker en commerciëler geworden. Dit voorjaar waren er maar liefst 1000 klimmers: zo’n 400 Westerlingen en 600 Sherpa’s. Het is er overigens niet alleen  drukker geworden, maar ook commerciëler en meer georganiseerd. In het basiskamp is alle denkbare luxe beschikbaar, touwen worden van te voren gefixeerd, en veel klimmers zetten geen tent meer op en laten sneeuw smelten en eten maken.

Ook wordt door klimmers steeds lager begonnen met extra zuurstof: voor velen zelfs al vanaf zo’n 6700 meter, met een hoge flowrate. Behalve zuurstofdoping is dit jaar een nieuwe term geïntroduceerd: ‘helidoping’.

Op de berg Annapurna was een grote groep klimmers bezig met de toppoging, maar de route bleek lastiger dan eerdere jaren, door een sterk verijsde wand. De voorklimmers kwamen er niet op tijd doorheen en er was bovendien tekort aan klimtouw en zekeringsmateriaal. Zij belden en bestelden een helikopter, die terplekke klimtouw, zekeringsmateriaal en extra eten liet droppen. Zeker een slimme en originele oplossing. Maar hiermee krijgt het hoogteklimmen wel een ander karakter.

N.B. Vandaag publiceerde het Noord Hollands Dagblad dit artikel.

Historische beklimming K2

Op 16 januari 2021 schreven 10 Nepalese bergbeklimmers historie door voor ’t eerst in de winter de K2, met 8611 meter de op één-na-hoogste berg ter wereld, te beklimmen. Een fenomenale beklimming en topprestatie, gekenmerkt door Ambitie, Moed, Teamwork en perfecte Timing. Het waaide slechts licht, hoogst uitzonderlijk rond deze bergreus, zeker in de winter. Vlak onder de top, met een temperatuur van min 42 graden Celsius, wachtten de klimmers (afkomstig uit drie verschillende teams) op elkaar, om gezamenlijk de top te betreden. En daarmee om 17 uur, bij ondergaande zon, geschiedenis te schrijven. Als Nepal.

En dat is precies wat ze beoogden. Niet als ondersteuners (zoals ze vaak worden ingehuurd of gezien), maar zelf als klimmers in de spotlights staan met een historische topprestatie. Expeditieleider en berggids Mingma Gyalje Sherpa deed in de winter van 2020 tevergeefs een poging. Dit keer was hij naar de K2 gekomen zonder ‘klanten’, maar met twee andere ijzersterke Sherpa-teamgenoten.  Ook Nirmal Purja, de legendarische klimmer die in 2019 de veertien achtduizenders in recordtempo op zijn naam schreef, was met vijf kanjers van Nepalese teamgenoten. Ze bundelden hun krachten met een van de Sherpa’s van het grote commerciële Seven Summit Trek-team. En zo bewerkstelligden ze met z’n tienen synergie en realiseerden deze topprestatie. Geweldig!

De andere dertien achtduizenders op de wereld werden allen eerder in de winter met succes beklommen, altijd met kleine teams (en zonder zuurstof). Alleen was de top nog steeds niet gehaald op de moeilijke K2. Er zijn in de loop van de geschiedenis acht pogingen ondernomen, vooral door geharde Poolse en Russische klimmers, ook wel de ice warriors genoemd.
Over de hoogste winterbeklimmingen is onlangs een prachtig boek geschreven door Bernadette McDonald: Winter 8000. In een volgende druk kan het hoofdstuk K2 als voltooid worden opgenomen.

Link naar de websites van de twee expeditieleiders van deze historische topprestatie K2: Nirmal Purja (Nimsdai) (die als enige zonder O2 klom) en Mingma Gyalzen Sherpa.

Naschrift: het team publiceerde een fenomenale video-opname van hun aankomst op de top, terwijl ze het Nepalese volkslied zongen. Via social media van de klimmers is dit filmpje op 23 januari viral gegaan. Hier de link naar het ontroerende fragment via Nimsdai op Twitter / Nimsdai op FB. Verder hier een youtube-link: https://youtu.be/UB4zQAWLPyo

Verder hier de link naar een goed artikel in de New York Times

Theatervoorstellingen afgelast

De resterende drie theatervoorstellingen Manaslu Kwadraat zijn met directe ingang afgelast, dus ook die van vanavond 12 maart (theater a/d Slinger) in Houten. Verder gaat het om de voorstelling op 17 maart in Steenwijk en 25 maart in Oosterhout. Een en ander conform de zojuist genomen maatregelen door het kabinet om de verspreiding van Corona te voorkomen/verminderen.
Een reeds betaalde kaart blijft geldig. Organisator Mondiavisueel gaat met de drie theaters in gesprek om een alternatieve datum te vinden.
Op deze website en die van Mondiavisueel, plus social media, zal de nieuwe datum bekend worden gemaakt.

Naschrift 1 augustus 2020: er zijn nieuwe data overeengekomen met de theaters, in het voorjaar 2021:
– di 16 maart 2021: Steenwijk (De Meenthe, naast NS station), aanvang 20 uur
– wo 24 maart 2021: Oosterhout (De Bussel), aanvang 20 uur
– wo 31 maart 2021: Houten (Theater a/d Slinger, naast NS station), aanvang 20 uur
In eerste instantie was e.e.a. verschoven naar september 2020, maar gezien de anderhalve meter maatregel is het onmogelijk iedereen die een kaart gekocht had een plek te geven. Derhalve is (helaas) besloten tot nogmaals uitstel. Organisator Mondiavisueel danwel het betreffende theater, stelt betrokkenen op de hoogte.
Reeds gekochte kaarten gaan over naar bovenstaande data op dezelfde locatie. Indien je op de nieuwe datum niet kunt komen: gelieve contact op te nemen met organisator Mondiavisueel.

Theatertour Manaslu Maart ’20

In maart 2020 maakt Katja Staartjes een tour langs zes theaters met de voorstelling Manaslu2 – Berg van de ziel’Dit is de tweede tour die zij maakt met organisator Mondiavisueel. Eerder werd de voorstelling ‘Lopen over de grens’ gebracht, over de bergtocht van 2000 km door Nepal. Van deze eerdere voorstelling staat op za 23 mei a.s. een herhaling gepland in Houten.

De nieuwe Manaslu lezing gaat over de twee expedities naar de 8163 meter hoge bergreus Manaslu. De eerste keer kwam het team tot 300 meter onder de top. De tweede keer bleek het hoogst haalbare de voortop op 8130 meter. Wel een Nederlandse primeur, maar geen Top. Wat gebeurde er? Hoeveel moed vraagt het om zo vlak voor het bereiken van je doel om te draaien? Kom luisteren en kijken naar de adembenemende beelden van dit avontuur.

Data:
05 maart 2020 – Alkmaar – Theater de Vest. Artikel Noord Hollands Dagblad 5 maart 2020
06 maart 2020 – Doetinchem – Schouwburg Amphion
09 maart 2020 – Rijswijk – Rijswijkse schouwburg
12 maart 2020 – Houten – Theater aan de Slinger
17 maart 2020 – Steenwijk – Schouwburg de Meenthe
25 maart 2020 – Oosterhout – Theater de Bussel

Meer informatie en kaarten: via Mondiavisueel of rechtstreeks via de betreffende theaters.
Elke voorstelling wordt een exemplaar van het nieuwe boek Topteams verloot, met prachtige foto’s van Menno Boermans, tevens fotograaf op een van de Manaslu-expedities.

Herhaling voorstelling ‘Lopen over de grens’
Op veler verzoek wordt op 23 mei 2020 een extra voorstelling ‘Lopen over de grens’ georganiseerd in Houten (Theater a/d Slinger). Info en kaarten eveneens via organisator Mondiavisueel.

Lees meer over deze theaterlezingen en de betreffende expedities.

Henk Wesselius – Broad Peak

Op 16 juli 2019 bereikte Henk Wesselius op de achtduizender Broad Peak (8047 m) een hoogte van ca. 8035 meter op de topgraat, halverwege de voortop (de markante rocky summit op 8030 meter) en de hoofdtop (de haaietand).
Na de rocky voortop is het anderhalf uur op en af kronkelen over een lastige corniche-graat tot de hoofdtop, over een lengte van circa 300 meter. Henk was daar samen met Jangbu Sherpa (Patle – Solo-gebied Nepal), ze waren de enigen. Het tweetal is tot een markante bult op de graat gekomen (ook wel de ‘false summit’ genoemd), zijn daar gestopt en hebben foto’s genomen. Hoe het kan dat ze niet verder zijn geklommen naar de hoofdtop, een stuk van naar schatting 30 minuten? Die vraag had ik uiteraard ook. Maar als geen ander weet ik dat het vanaf zeeniveau makkelijk praten is. Op 8000 meter denk je niet helder en kun je afstand, hoogteverschil en moeilijkheidsgraad minder goed inschatten. Dat beinvloedt je beslissingen. Beide mannen waren ervaren (Jangbu o.a. top K2 en 20x Everest)… en het is een heel verhaal waarom ze op deze bult zijn gestopt, maar het is allemaal geen excuus. Het eindresultaat is de topgraat op 8035 meter.
Feit is overigens dat afgelopen weken meerdere klimmers tot dit punt op de graat (of tot de eerdere rocky fore summit) zijn geklommen, en niet verder.

Henk heeft met deze beklimming een topprestatie neergezet, al is er flinke teleurstelling dat hij nét niet op die hoofdtop gestaan heeft. Dat is trouwens nog geen enkele Nederlander gelukt op Broad Peak. Volgens de database van Jurgalski kwamen eerder vier Nederlanders tot de markante rocky voortop: Ronald Naar (1983),  Wytze Rijke (2001), Wilco van Rooijen (2006) en Eelco Jansen (2009).
Voor een indruk van het terrein: de Amerikaan David Roeske plaatste in 2018 deze opname op zijn instagram account (vlak onder de voortop).
De berg Broad Peak, gelegen in het Pakistaanse Karakoram-gebergte tegenover de beruchte K2 (8611 m), behoort tot de veertien ‘achtduizenders’ op deze aardbol. Qua hoogte is het de nummer 12 van de wereld.

Henk maakte deel uit van een commerciële expeditie. De weersomstandigheden in de Karakoram waren afgelopen klimseizoen uitstekend. In dat opzicht zat het mee en zijn we dankbaar! Een groot verschil met de omstandigheden die we in 2004 hadden op de naburige Gasherbrum 1, waar we pas zes weken na aankomst bij de berg, in een derde poging de top bereikten.

Vanuit het ‘basiskamp’ in Salland had ik dagelijks contact met Henk en ik ben trots op deze kanjer, die dit met z’n 59 jaar toch maar geflikt heeft. En vooral ben ik dolgelukkig dat mijn maatje, man en geliefde weer veilig terugkeert naar huis. En we weer samen kunnen hardlopen, klimmen en mooie tochten maken.

N.B. Eerder beklom Henk Wesselius de achtduizenders Gasherbrum 1 (8068 m) en de Manaslu voortop (8130 m), beide Nederlandse primeurs. Verder de markante bergreuzen Alpamayo (5974 m), Khan Tengri (6995 m) en Ama Dablam (6856 m). Op Mount Everest reikte Henk in de Nederlandse expeditie van Hans van der Meulen (jaar 2000) tot 8600 meter.
Met grote dank, ook deze keer weer, aan onze sponsor en partner Kathmandu Outdoor!

N.B./2. Onderstaande foto’s tonen:
– de ene terugkijkend naar de K2 (8611 m) en de rocky fore summit vanaf de ‘bult op de graat’;
– de andere richting de hoofdtop (de haaietand) met daarachter het Gasherbrum-massief;
– de ‘bult op de graat’ met Jangbu, waar de foto’s met de vlaggen genomen zijn (terugkijkend nadat Henk nog een stukje de graat vervolgde).
Het eindpunt van Henk en Jangbu betreft hetzelfde punt dat omschreven wordt door Mingma Gyalzen Sherpa van Imagine Nepal op zijn facebook pagina. Het is bijzonder jammer dat we dit bericht niet eerder hebben ontdekt.

Mondiavisueel theatertour

De brochure is uit van het Mondiavisueel theaterseizoen 2019/2020. Op de website was het programma al eerder gepubliceerd, maar de uitgebreide brochure valt bij velen nu ook door de brievenbus. In vervolg op mijn Nepal Traverse voorstelling, zal ik komend seizoen participeren met het beeldverhaal Manaslu2 – berg van de ziel (8163 m), over onze dubbelexpeditie naar de achtduizender Manaslu.

Het nieuwe programma belooft veel: de andere sprekers zijn Jolanda Linschooten (van Kust naar Kust 2), Danielle Braun (Verre volkeren dichtbij) en Eric Schuijt & Carla van Tatenhove (Zuid Amerika op de pedalen). Tot 1 augustus gelden early bird prijzen.

Data voorstelling Manaslu2 

05 maart 2020 – Alkmaar – Theater de Vest

06 maart 2020 – Doetinchem – Schouwburg Amphion

09 maart 2020 – Rijswijk – Rijswijkse schouwburg

12 maart 2020 – Houten – Theater aan de Slinger

17 maart 2020 – Steenwijk – Schouwburg de Meenthe

25 maart 2020 – Oosterhout – Theater de Bussel

Meer informatie en kaarten bestellen: via Mondiavisueel of rechtstreeks via de betreffende theaters.

Drukte op Mount Everest

Afgelopen week was Mount Everest (8848 m) volop in het nieuws met de filefoto van Nirmal Purja Sherpa (Nimsdai) hoog op de berg. Ik kon er nauwelijks naar kijken, kon het ook nauwelijks geloven. Bovendien een levensgevaarlijke situatie, op die smalle graat op 8800 meter, ver in de Zone des doods. Ik ben diverse malen geraadpleegd afgelopen weken om mijn mening te geven.

Zelf stond had ik op Hemelvaartsdag 1999 (13 mei) op het hoogste punt van de aarde. Een indrukwekkende ervaring. Wij klommen die dag met ruim 20 klimmers naar de top (zie bovenstaande foto die ik nam vanaf de zuidtop). Ik stond uiteindelijk op de kroon van Chomolungma (moedergodin van de aarde) met een man of acht. Zelfs heb ik het voorrecht gehad er naar een minuut of tien alleen te hebben gestaan, een bizar gevoel. Meer over onze expeditie op de Everest-pagina van deze website.
Van 1953 – 2000 bereikten totaal zo’n 1100 mensen de top van Everest, via 16 verschillende routes. Afgelopen seizoen waren het er via de Nepalese normaalroute alleen al zo’n 800. Er waren maar liefst 380 permits afgegeven aan westerlingen (een record), en iedere klimmer is tegenwoordig verplicht om een Nepalese klimmer/gids in te huren.
Gemiddeld gezien zijn er in een seizoen 6-11 geschikte topdagen. Dit jaar waren het er slechts zes. En als er dan een recordaantal klimmers in het basiskamp zit te wachten op goed weer, is het natuurlijk niet gek dat het druk wordt. Dan komt alles samen in de bottlenecks. Dat zijn op de normaalroute aan de zuidkant de lastige stukken in de Khumbu-ijsval (op ca 6000 meter) en het laatste stuk van de zuid-oostgraat vlak voor de top. En hoe meer onervaren klimmers, hoe meer opstopping er zal zijn. Het is net als in de spits op de snelweg met een wegversmalling.
De kans op een file aan klimmers wordt groter naarmate met meer mensen, minder goed weerdagen, en er meer onervarenheid. Onervaren klimmers zijn niet alleen langzamer en minder behendig op de lastige stukken, ze gebruiken vaak ook al zuurstof vanaf kamp 2 op 6500 meter. Dat impliceert echter dat je eigenlijk niet goed genoeg geacclimatiseerd bent aan de hoogte en het zuurstoftekort. En dus als je zuurstoftank dan leeg raakt (en die kans wordt groot als je lang staat te wachten), word je niet alleen nog langzamer maar de kans op bevriezingen en ernstige hoogteziekte is levensgroot.

Let wel, klimmers begeven zich vrijwillig in deze situatie. Toch zou er in mijn ogen iets gedaan moeten worden aan deze gekte:
– Aantal klimmers maximeren
– Eisen invoeren aan de organisaties die commerciele everest expedities aanbieden
– Eisen stellen aan klimmers
– Eis loslaten dat elke klimmer een eigen Sherpa moet inhuren
– Stimuleren dat zuurstofverbruik pas later wordt ingezet.

Maar hoe zou dit ingevoerd kunnen worden? Dat is de grote vraag, zeker in een land als Nepal. Derhalve is het te hopen, na het zien van de beelden dit jaar, en het trieste resultaat van 11 doden (in absolute zin hoog, maar in procentuele zin niet uitzonderlijk), dat de sector en de klimmers zelf hun verantwoordelijkheid nemen. Wat zeker is, dat de Everest haar magie niet zal verliezen. Het is en blijft de hoogste berg ter wereld. Hetzelfde geldt voor de Mont Blanc, ook daar is het toerisme, met 25.000 klimmers per jaar, uit de hand gelopen. Ook dit noopt tot maatregelen. Gelukkig kun je als klimmer, als je niet van drukte houdt, nog duizenden andere bergen beklimmen, waar het stil of rustig is. Want de kern van de bergsport is (voor mij) juist één worden met de natuur.

Het viel niet mee om een genuanceerd beeld in de media te schetsen. Er is immers geen tijd om te nuanceren, en het gaat toch vooral vaak om hijgerig nieuws. Maar goed, hier wat links:

Luister terug:
– NPO Radio 1 op 30 mei – Hemelvaartsdag 1999 Moedergodin van de aarde – NPO Radio 1 ‘Nieuws en Co’ van 30 mei om 17:17u https://www.nporadio1.nl/nieuws-en-co
– NPO Radio 1 op 29 mei – Podcast ‘De dag’ (nr 338), samen met Frits Vrijlandt  https://www.nporadio1.nl/podcasts-uitgelicht/16755-podcast-de-dag-moet-de-mount-everest-exclusiever-worden
Lees terug:
– NOS 24 mei: digitaal nieuws
– Digitaal RTLZ 24 mei: digitaal nieuws
– RTL Nieuws 24 mei: digitaal nieuws 

Een mooi achtergrondartikel is dat van Ash Routen op UKClimbing.com

Expeditie Award Herman Plugge

Nederlands meest prestigieuze expeditie award is de ‘Herman Plugge Irish Coffee Award’. Herman Plugge was in pionier in het Nederlandse expeditieklimmen en hij was in 1984 de leider van de Nederlandse expeditie naar Mount Everest. Tevens was hij mede-eigenaar van de (toenmalige) outdoorwinkel Demmenie Sport.

Jaarlijks is er op uitnodiging een samenzijn bij Herman Plugge thuis. Een bijzondere avond met gepassioneerde expeditieklimmers, waarin de expedities van het afgelopen jaar via beeldpresentaties de revue passeren. De avond wordt afgesloten met Irish Coffee, terplekke bereid door de heer des huizes. Uit de geleverde prestaties wordt de meest spraakmakende expeditie verkozen, sinds 2000 aangeduid en letterlijk verbeeld via de ‘Herman Plugge Irish Coffee Award’.

De winnaars van de expeditie award van dit keer zijn Bas Visscher en Danny Schoch voor hun eerstbeklimming van de Kachqiant (6015 m) in de Hindu Rai (Noord-Pakistan) van afgelopen zomer 2018. Een spectaculaire topprestatie in een ongerept en onbekend gebied. Meer informatie over deze expeditie op het blog van Bas Visscher.

De indrukwekkende eerstbeklimming van de noordwand van de Pik Alexandra (5290 m, TD+) in Kirgizië door Wout Martens en Line van den Berg (via de NKBV Expeditie Academie 2018) werd bekroond met de ‘No guts no glory’ award. Eveneens een hoogstaande beklimming die internationaal aandacht kreeg. Meer informatie via de webpagina van de NKBV.

Avontuur Dolpo Ghemi La

Onlangs exploreerden we vier weken Upper Dolpo (met Ghemi La 5800 m, lokaal ook wel Ser La genoemd) komend vanuit Upper Mustang (met Teri La 5700 m), twee bergpassen in de Nepalese Himalaya die niet tot nauwelijks worden bezocht. Een flink avontuur, dat we ondernamen met onze Nepalese vrienden Chhiree Sherpa en Lal Bahadur (LB), een klein en vertrouwd team. Wendbaarheid en teamgeest verzekerd! We trokken na de Ghemi La verder via Charkabot over de Mola La, via Shimen naar Seldang. En ten slotte over de Sela La en Nagdalo La naar Phoksundo.
Het noordelijke stuk in Dolpo was deels bekend terrein, gezien ons eerdere Great Himalaya Trail avontuur.
De eerste week in Nepal waren we trouwens in Helambu, om een aantal wederopbouw projecten te bezoeken. We liepen meteen in en konden zo alvast wat acclimatiseren.
Voor meer nieuws over de ondersteuning aan Nepal, zie het bericht van 28 oktober jl op deze website.

The impossible ridge

Wil je als bergbeklimmer een grensverleggende beklimming doen, dat moet je het zoeken in een grote traverse, een snelheidsrecord of een nieuwe route. Zoals de (noodlottige) poging in 2017 van topklimmer Ueli Steck om de traverse Everest-Lhotse-Nuptse te volbrengen. Ook staat de mega-traverse van het Kangchenjunga massief, de op twee na hoogste berg ter wereld, nog steeds open.
Qua snelheidsrecords werd afgelopen juni de barrière van 2 uur geslecht op de 900 meter hoge rotswand El Capitan (route Nose) in Yosemity. De route werd door Alex Honnold en Tommy Caldwell geklommen in 1:58 uur. Het record is gestaag verbeterd, in 2007 was het met 2:45 uur nog in handen van de Duitse broers Alex en Thomas Huber. Deze laatste hoopt nu, met drie teamgenoten, een huzarenstukje uit te halen op de Latok 1 (7145 m) in de Pakistaanse Karakoram.

In 1978 was er de legendarische expeditie met Jeff Lowe. Het team kwam tot honderd meter onder de top via de noordgraat. Hoogteziekte dwong het team acuut af te dalen. Ze brachten ruim 20 dagen onafgebroken door op de graat! Jeff Lowe noemt de 2500 meter lange noordgraat ‘the unfinished business of the last generation climbers’.
De top van de zevenduizender Latok I werd in 1979 voor het eerst bereikt door een Japans team, via de ‘eenvoudigste’ route, de oostgraat. Hier is het bijna veertig jaar bij gebleven. Er zijn tientallen pogingen gedaan de top opnieuw te bereiken, via andere routes en met name de spectaculaire noordgraat. Tevergeefs. Tot een paar weken geleden.

Eerst was er in juli de dramatische poging van twee Russen, die een hoogterecord bewerkstelligden op de noordgraat en tot 6975 m kwamen. De expeditie eindigde noodlottig met de dodelijke val van Glazunov. Zijn maat Alexander Gukov zat dagen vast op 6000 meter, en kon ternauwernood door een helicopter worden gered.
Pal daarna was er expeditie van een drietal met de Brit Tom Livingstone. Dit hechte team realiseerde de tweede succesvolle beklimming in de geschiedenis door op 9 augustus 2018 de top te bereiken. Ze klommen 2/3 deel van de noordgraat en traverseerden daarna via een col naar de zuidwand en klommen zo het laatste stuk naar de top. Een fenomenale teamprestatie!

De noordgraat als geheel blijft ondanks dit succes nog steeds maagdelijk. Zal het Thomas Huber en zijn team komende weken lukken deze beklimming te volbrengen? Zij hopen te klimmen via de noordgraat of de noordwand en besluiten terplekke wat haalbaar is. De Latok is niet nieuw voor Thomas Huber. In 1997 beklom hij met z’n broer Latok II, en in de afgelopen jaren deed hij twee eerdere pogingen op Latok I. Ze zijn te volgen via facebook/instagram onder Huberbuam.

N.B. The BMC maakte onlangs voor vertrek van Tom Livingstone een mooi stuk over de  klimgeschiedenis op Latok I.

Vaarwel Lama Geshe

Afgelopen week overleed Lama Geshe. Kort na Elisabeth Hawley. Daarmee heeft de klimwereld opnieuw een statuut verloren. Honderden klimmers ontvingen de zegening van Lama Geshe voordat zij van start gingen op Everest en andere bergen in de Kumbu (het Everest-gebied). In eerste instantie alleen de lokale Sherpa’s, maar vanaf de jaren negentig gingen ook Westerese klimmers bij hem langs voor een puja.
Alan Arnette schreef een prachtige ode op zijn website.

Zelf ontmoette ik de Lama vier keer in zijn huis en gompa in Pangboche (3900 meter). Drie keer ontving ik een zegening. De eerste keer was in 1999, voor mijn Everest-beklimming. Ik schreef er een passage over in mijn boek Hoog spel, waarvan hier een kort stukje:

 “1 april 1999. Als ik de religieuze ruimte nader, hoor ik dat de lama wederom diep in gebed is. Voorzichtig schuif ik het zware fluwelen gordijn opzij, dat dienst doet als deur. Ik blijf stilstaan. Wat een helle kleuren. De gehele wand is beschilderd met rood, oranje, groen en blauw en overal staan religieuze voorwerpen. De lama kijkt op en knikt. Zachtjes loop ik op mijn sokken naar voren, ik buig diep en overhandig de witte kata, de sjaal die ik eerder kreeg van Ang Rita. Ik ga zitten op een van de kussens en kruis mijn benen onder me. De ceremonie begint. De lama zegt eindeloze gebeden op, terwijl ik me concentreer op de weken die komen gaan. Chomolungma, de gevaren, het team, mijn gezondheid. Ik voel me rustig. Aan het eind van de ceremonie offeren we onder meer rijst en bloemblaadjes en nuttigen we rakshi, de plaatselijke alcoholdrank, en donkere meelachtige bolletjes. Even slikken. Ik herinner me de smaak van vorig jaar. Ranzig.

Bij mijn vertrek hangt de geestelijke mij een nieuwe kata om de hals en overhandigt mij een kaart met een afbeelding van de ‘History of Chomolungma’. Binnenin staat mijn naam in het Tibetaans, plus zijn zegen voor de beklimming. Lama Geshe kijkt me liefdevol aan en knikt. ‘Je kunt gaan,’ zegt hij, ‘maar wees voorzichtig. Luister goed naar jezelf. Als je vertrekt voor de toppoging, richt deze kaart dan naar de Everest en concentreer je op de tocht. Draag hem tijdens de beklimming op je linkerborst.’ Ik hoor de vertaling aan en ben ontroerd.

Buiten kijk ik naar Chomolungma. Steeds dichterbij, maar toch nog zo ver weg. Vanmiddag was het een tijdje bewolkt, maar intussen is de lucht strakblauw. Ik zie een grote windvaan, de bekende wolkachtige sliert vanaf de top, alsof de Godin haar adem uitblaast. Ik voel me gelukkig.”

De kaart heb ik de hele topbeklimming op zak gehad, ik vond hem zojuist in mijn papieren. Zo waardevol. Ergens moet ik zelfs nog een dia hebben waarop ik op de top sta, met de kaart in beeld. Die moet ik hoognodig eens opzoeken en digitaliseren.

Dat Lama Geshe voor nu mogen rusten in vrede.

Elizabeth Hawley/Elisabeth Revol

Afgelopen week stond het nieuws in de bergsportwereld in het teken van 2x Eliz(s)beth: de Amerikaanse Elizabeth Hawley en de Franse Elisabeth Revol.
Journaliste Elizabeth Hawley overleed op 26 januari 2018 op 94 jarige leeftijd in haar woonplaats Kathmandu. De bergbeklimster Elisabeth Revol werd 2 dagen later op miraculeuze wijze gered van de flanken van de achtduizender Nanga Parbat (8125 m).

Elizabeth Hawley
Een legende in de wereld van het Himalaya klimmen is van ons heengegaan; de journaliste Elizabeth Hawley. Hoewel ze nooit een berg heeft beklommen, kende ze alle details van de grote beklimmingen in Nepal. Elke expeditieleider sprak voorafgaand en na afloop met haar over de expeditie. Zij was een fenomeen en kwam langs in haar lichtblauwe Volkswagen Kever bij je hotel. Vanaf de eerste seconde stuurde ze een spervuur aan vragen op je af omtrent het expeditieverloop. Als er iets niet klopte in een topverhaal, met feiten die ze kende van eerdere expedities, confronteerde ze klimmers daarmee. Hiermee ontmaskerde ze soms ook overdreven prestaties. Alle feiten tekende ze op, in eerste instantie op papier en later in de digitale Himalayan Database. Deze database, die ruim 200 euro kostte, kon iedereen kopen, waarmee je over een schat aan informatie beschikte over expedities naar zo’n 300 bergen in Nepal. Voor mij was dit een belangrijk onderdeel van de voorbereiding op onze eigen expedities. Overigens is de Himalayan database onlangs vrijgegeven, via de website www.himalayandatabase.com.

Ik heb het voorrecht gehad haar zes keer te ontmoeten, na mijn beklimmingen van Mount Everest en Ama Dablam, en daarna nog drie keer uitgebreider als expeditieleider in verband met Dhaulagiri en Manaslu. De laatste keer sprak ik haar na onze Great Himalaya Trail door Nepal, heel bijzonder.
Haar database werk zal worden voortgezet door Billi Bierling. Op haar FB-tijdlijn is dan ook veel te vinden over Mrs. Hawley, van de vele media-uitingen van afgelopen week. Hier een selectie:
Nepali Times: nieuwsbericht door Kunda Dixit en Ode door Lisa Choegyal;
Artikel op Alpinist.com (door auteur biografie over Hawley ‘Keeper of the mountains’);
Via Rock and Ice (Billi Bierling);
Radio NPO1 – Nieuwsweekend (27 januari jl).

 

Elisabeth Revol
Samen met de Pool Thomasz Mackiewicz bereikte het duo op 25 januari de top van de Killer Mountain Nanaga Parbat, via de Kingshofer route, een fabuleuze prestatie. Ze waren het enige team op de berg en klommen slechts met z’n tweeen. Voor Thomasz was het de 7e poging in de winter, voor Elisabeth de derde poging. Het is de tweede keer in de winter dat de top van de Nanga Parbat gehaald is, en nog nooit eerder beklom een vrouw in het koudste seizoen een achtduizender. Maar het succes was van korte duur. Door de mist had Thomasz zijn sneeuwbril afgedaan en raakte sneeuwblind in de afdaling, en kreeg bovendien steeds meer last van hoogteziekte en bevriezingen. Het tweetal bracht de nacht van 25/26 jan. door in een gletsjerspleet. In de loop van de nacht begon Thomasz bloed te spuwen, een teken van ernstige hoogteziekte, en raakte vervolgens buiten bewustzijn. Elisabeth is daarop alleen verder gaan afdalen en werd in de derde nacht (27/28 jan) gered door de topklimmers Denis Urubko en Adam Bielecki. Deze mannen klommen op de K2, zijn via een helikopter opgehaald en aan de voet van de Nanga afgezet. Daarna klommen ze in een recordtempo omhoog: 1250 meter in ruim 7 uur en dat op 6000 meter in het donker via een zeer steile, moeilijke route. Een onvoorstelbare topprestatie, die mogelijk was dankzij hun ervaring en kracht, feit dat ze deze beklimming eerder volbrachten  en de moderne gps-techniek.
De ware teamgeest onder de bergsporters zegeviert met deze spectaculaire redding, hoewel de gebeurtenis wordt overschaduwd door het overlijden van Thomasz. Ook voor Elisabeth is het drama nog niet voorbij, gezien de mogelijke amputatie van haar vingers en linkervoet. Ik duim dat intense behandeling in het ziekenhuis effect sorteert voor deze topklimster.

O.a. Alan Arnette berichtte uitgebreid via zijn blogs;
Ook in Ned en Belgie is gepubliceerd over de gebeurtenissen.

Animatie Everest beklimming

Op 25 mei j.l. werd ik benaderd door NOS op 3 of ik wilde meewerken aan een animatie in Google Earth van de Everest beklimming. En wel van de normaal route vanaf de Nepalese kant, dus de route via Zuidcol (kamp 4) en de zuid-oostgraat naar de top op 8848 meter. Kortom, dezelfde route als die van eerstbeklimmers Norgay Tenzing en Edmund Hilllary (1953). Het is ook de route die ik zelf klom als deelnemer in een internationale expeditie in 1999.

Na 1999 ben ik nog zes keer in het Everest-gebied geweest: één keer voor de beklimming van Ama Dablam, één keer voor de Nepal Traverse en vier keer om er te acclimatiseren voor andere expedities. Daartoe leent het gebied zich uitstekend, gezien de prachtige natuur, de hoogte en goede infrastructuur & lodges.

Samen met Jurjen IJsseldijk en een vormgever van NOS op 3, brachten we de gehele aanloop en beklimming van Mount Everest in beeld, met toevoeging van een paar foto’s (ietwat gedateerd;)))
Hier de link naar de betreffende web-pagina van NOS op 3 van 25 mei 2016 (inclusief nieuws en extra info).

Onderstaand de animatie in Google Earth:

 

Waarom beklim je bergen?

De laatste tijd zijn drie ‘achtduizenders’ uitgebreid in het nieuws geweest: Manaslu met de expeditie van de Nederlandse mariniers en de dramatische gebeurtenissen op Everest en rondom Dhaulagiri: het overlijden van Eric Arnold (20 mei) en de vermissing van Christiaan Wilson sinds 17 mei, naar wie nog steeds wordt gezocht.
“Waarom in hemelsnaam beklim je die hoge joekels?” is me de afgelopen weken veelvuldig gevraagd.

Wel, de basis is mijn passie voor de bergen:
de majestueuze natuur: het maakt me gelukkig er te zijn. Zo puur, zo krachtig, de grote contrasten. Je realiseert je in de bergen hoe nietig je bent. Het is leven op ’t scherpst van de snede en juist daardoor voelt alles intenser;
het heldere doel: de top. Ook de tussendoelen zijn duidelijk: de volgende berghut, of het volgende kamp;
de fysieke inspanning: ik houd van het lopen en klimmen. De simpele manier van leven en alles in de rugzak;
reflectie: door de fysieke inspanning en de stilte, verdwijnt alle ruis uit mijn hoofd. Ik kan in de bergen reflecteren op het leven. En zie ik weer wat belangrijk voor me is;
de onderlinge verbondenheid: deze ontstaat door de extreme omstandigheden, je bent afhankelijk van elkaar. En iedereen loopt tegen zijn grenzen aan; je leert jezelf en elkaar dus door en door kennen en dat verbindt intens;
de beloning van de top: samen op een top staan, is voor mij het mooiste dat er bestaat. De echte ontlading komt overigens pas beneden, eenmaal veilig terug;
extra waardering: voor de ‘normale’ dingen in het leven: als ik, na alle ontberingen en het afzien, weer thuiskom. Of terugkom in het basiskamp of de berghut. Het is dan genieten van de warmte, van het goede eten en de luxe. Wat ik in het gewone leven normaal vind, waardeer ik ineens zoveel meer.

Of ik bovenstaande niet ook kan vinden in de Alpen? Zeker!! Waarom dan naar die gevaarlijke 8000+ bergen? Inderdaad, je zou het een wat uit de hand gelopen passie kunnen noemen.

Wat me aantrekt in die hoge bergen is niet het gevaar. Het is wel het avontuur, het grootse project. En dat begint al bij de maandenlange voorbereiding in Nederland. Daarna is er de reis naar het land met z’n andere cultuur, de tocht naar de berg, en tot slot de beklimming zelf in al z’n facetten met je team. En niet te vergeten het leven in het basiskamp, als een soort onthaastingskuur. Boven 7500 meter wordt het echt extreem, het heet niet voor niets ‘zone des doods’. Hier kun je het hooguit een paar dagen volhouden. Het is leven op de grens, en dus moet je ontzettend goed naar binnen kunnen kijken, of je je grenzen nog kunt verleggen én wat je echte limiet is.
Een expeditie naar 8000 meter is het leven in een notendop, met al zijn hoogte- én dieptepunten. Je leert jezelf zo goed kennen, iets wat bepaald niet altijd makkelijk en plezierig is. Deze expedities zijn één grote leerschool in groei, persoonlijk leiderschap en teamwork. Om beter te leren omgaan met je eigen grenzen, valkuilen en allergieën, en beter te leren samenwerken. Spiritueel gezien misschien wel: in het worden van een ‘beter’ mens.

Bij zeer hoge en uiterst moeilijke bergen komt er een forse portie ambitie bij. En dus zoals bij elke topsport: focus, discipline, doorzettingsvermogen, veerkracht etc. Het is de top die lonkt! Voor Mount Everest geldt dat dubbel en dwars: het is de aantrekkingskracht op dat hoogste punt van de wereld te staan. Ook mij trok dat aan in 1998. Wat me toen al tegenstond was de drukte en commercie, maar de aantrekkingskracht overwon. Op 13 mei 1999 was het zover en stond ik op het dak van de wereld, samen met elf teamgenoten. Totaal zouden die dag 25 klimmers de kroon van Everest bereiken, 8848 meter hoog. Het was een machtige ervaring.
De aantrekkingskracht van de hoogste bergen zal altijd blijven: de hoogste top van een land, van een continent. En daarom zal het er altijd drukker zijn dan op andere bergen. En daarmee is dit tevens de reden dat een ‘Seven Summits project’ mij persoonlijk nooit heeft aangetrokken.

De drukte en commercialiteit op deze hoogste bergen (en dus op Mount Everest) neemt steeds verder toe. Dat leidde afgelopen seizoen tot de krankzinnige situatie dat er op één dag tegen de 200 klimmers de top bereikten. Ik vind het een weerzinwekkend idee om met zoveel mensen op een berg te klimmen. Maar niet alleen dat, het leidt ook tot extra risico’s. Door het onderlinge wachten, lopen klimmers extra gevaar: bevriezingen, hoogteziekte en op een eventuele weersomslag. Bovendien neemt de irritatie en stress toe, waardoor klimmers sneller uitgeput raken of een fout maken.
Kortom, ik vraag mij inmiddels serieus af: waarom zou je nog naar Everest gaan? Maar ik realiseer me ook dat ik makkelijk praten heb. Ik heb het voorrecht gehad eerder op de top van de Chomolungma (‘moedergodin van de aarde’) te hebben gestaan.

Gelukkig zijn er nog zoveel andere bergen in de wereld! Waar het stil is. Trouwens ook op Everest, als je een andere route kiest. Maar die zijn technisch lastiger en alleen weggelegd voor een paar elite klimmers in de wereld. Zoals er ook in de Alpen en andere gebergtes, technisch makkelijke en moeilijke beklimmingen zijn. Het mooie van de bergsport is, dat iedereen de sport op zijn eigen niveau kan beoefenen! En daarmee kan ieder zijn doelen en dromen verwezenlijken.

Film EVEREST

Katja Staartjes: “Onlangs is de film EVEREST uitgekomen, van de IJslandse regisseur Kormakur. Het is een geromantiseerde film over het waargebeurde Everest-drama van 1996. Hierover zijn verschillende boeken verschenen waaronder Into Thin Air van John Krakauer. Ik krijg veel vragen over de film…
Ik vind het een indrukwekkende film. Geweldig, de 3D-opnamen van de Everest zelf en de omgeving. Een beetje alsof ik de beklimming zelf opnieuw maakte; in 1999 klom ik via dezelfde route (de Nepalese kant, via zuid-oostgraat) naar de top. De scenes met de klimmers zijn duidelijk op een andere plek opgenomen, maar toch is het knap weergegeven.
Al met al laat de film wel een negatief beeld achter van de bergsport op Everest. En dat klopt grotendeels ook. Als eerste zou ik willen stellen dat de film ‘Everest’ niet representatief is voor de bergsport. Zoals ook het daadwerkelijk klimmen op de hoogste berg ter wereld niet representatief is voor de bergsport. Helaas is op Everest (op de twee normaalroutes) bijna alles vercommercialiseerd, en het wordt helaas alleen maar erger. Zoals dat ook het geval is op de Mont Blanc. Alleen daar is de invloed van de hoogte minder desastreus op het menselijk lichaam.

Vraag blijft staan: komt dit verhaal overeen met de werkelijkheid? Ja, behoorlijk. Ik was uiteraard niet bij de expeditie van 1996, waarin dit verhaal speelt. Ik vind echter dat veel aspecten van het commerciele klimmen op Everest (georganiseerd/geleid door een betaald bureau/gidsen) goed in beeld worden gebracht:

  • De invloed van de commercie en competitie tussen de teams: de noodzaak publiciteit te hebben, en daarin goed voor de dag willen komen met zoveel mogelijk topsucces. Beter willen presteren dan de ‘concurrent’. Dit is overigens in andere sporten niet anders, alleen in 1996 was dit iets nieuws in het klimmen op Mount Everest. Gezien de grote risico’s van de beklimming brengt dat extra nadelen mee.
  • De verschillen tussen de expeditie-outfitters. Rob Hall (Adventure Consultants) versus Scott Fischer (Mountain Madness), waarbij de laatste ervan uitging dat je zelfstandig moet kunnen functioneren op de berg.
  • Dat ook gidsen en topklimmers last kunnen krijgen van extreme hoogteziekte; dit wordt Scott Fischer fataal.
  • Dat er klimmers op Everest komen, die daar qua klimervaring niet thuis horen. Dit is een kwalijke zaak, maar helaas wel de waarheid. En het wordt steeds pregnanter met het verder toenemen van de drukte de laatste jaren. Overigens ingewikkeld hoe je dit zou moeten reguleren: wie wel en niet weigeren? En wie beslist dat?
  • Door de aanwezigheid van meerdere teams, de noodzaak om onderling afspraken te maken over de logistiek. Rob Hall nam hiertoe het initiatief, wat nieuw was in het expeditie-klimmen. Het Zuid-Afrikaanse team haakte hierop af. Inmiddels is afstemming gemeengoed geworden op de bekende achtduizenders, en met name op Mount Everest. Hier worden ook kostenafspraken over gemaakt.
  • De kracht van een storm op hoogte.
  • Hoe lastig het is om de logistiek goed voor elkaar te hebben hoog op de berg: wachten op touw; iedereen functioneert slecht, dus je vergeet snel wat is afgesproken. En het is een gigantische klus om vast touw aan te brengen (tegenwoordig wordt dit door de Sherpa’s gedaan en pas daarna mogen Westerse klimmers omhoog). Ook de logistiek rondom zuurstof maakt duidelijk hoe lastig dit te organiseren is op hoogte. En als klimmers zonder komen te zitten, hebben de meesten een gigantisch probleem. Zelf zou ik overigens willen pleiten voor stoppen van zuurstofgebruik op achtduizenders, maar dat is een separate discussie en commercieel niet haalbaar (daarop haakt bijna iedereen af).
  • Tot slot, de kracht van de liefde. En daarbij de pijn, die hoort bij verlies. Het verlies van klimmers die er zelf voor kiezen naar Everest te gaan en het risico dus bewust nemen.

Overdreven in de film zijn scènes waarin gedanst wordt in het basiskamp en alcohol gedronken. Ook lijken de karakters van Scott en Rob tbv de film uitvergroot.
Verder wordt de indruk gewekt dat deelnemers zelf nog niets weten van het effect van de hoogte, door een soort van college terplekke. Dat gaat me veel te ver, alhoewel ik denk dat deze keuze gemaakt is om de ‘onwetende kijker’ te tonen wat zuurstoftekort met je doet.

Kijkende naar de invloed van de hoogte op het menselijk lichaam, vind ik eea. behoorlijk uitgewerkt: je functioneert simpelweg zeer slecht boven 7500 meter, de ‘zone des doods’. Sterker nog, in werkelijkheid klimmen we de laatste paar honderd meter op de berg nog langzamer; je staat veelal over je pickel gebogen om je op te maken voor de volgende stap. Zo’n 100 meter per uur is de normale snelheid, zonder grote tegenvallers als diepe sneeuw. In de film zie je mensen verder met open jas en bloot gezicht met elkaar praten, wat gezien kou, wind en massaal zuurstofgebruik bijna niet voorkomt. Deze keuze is trouwens begrijpelijk, want anders is er qua gezichtsuitdrukking niets in beeld te brengen.

Wat ontbreekt in de film: de cruciale rol van de Sherpa’s in de expeditie, zowel in het basiskamp als op de berg. Dit is ook wat de weduwe van Rob Hall betreurt. Regisseur Kormakur geeft hierop als weerwoord dat het simpelweg niet lukte om alles in deze 2 uur durende film te ‘stoppen’. Dat kan ik wel begrijpen gezien de hoeveelheid informatie, feiten en mensen die nu al in de film voorkomt, maar toch is het een tekortkoming.

Waarom het uiteindelijk zo ontzettend mis kon gaan op het einde van de film? Dat is ontegenzeggelijk ‘te ver over de grens gaan’. Deelnemer Doug, die allang had moeten omkeren omdat hij te zwak was. Maar ook voor expeditieleider Rob Hall, die voor zijn klant (of de roem?), de absolute deadline qua omkeertijd overschrijdt. Voor gids Scott Fischer, die over zijn persoonlijk grenzen gaat (omdat hij niet achter wil blijven op zijn concurrent Rob?). En dan uiteindelijk de allesverwoestende storm, die het voor de afdalers onmogelijk maakt het kamp terug te vinden.
Het maakt eens te meer duidelijk dat je Everest niet kunt bedwingen; de berg en de natuur hebben altijd overwicht. Wij mensen zijn slechts nietige wezens. En als je daar als klimmer niet goed op inspeelt en niet goed naar binnen kijkt, betaal je een hoge prijs.

Persoonlijk verafschuw ik commercie en drukte op een berg. Toch ben ook ik gevallen voor de aantrekkingskracht van de Chomolungma (moedergodin van de aarde), zoals Everest wordt genoemd. Het blijft de hoogste berg ter wereld. Ik heb geluk gehad dat de drukte in 1999 nog relatief beperkt was: op 13 mei klommen we met ruim twintig klimmers naar de top. Toen ik de beroemde Hillary Step beklom was ik zelfs alleen. Op de top stonden we met een man of acht, prachtig om dit moment te hebben kunnen delen.
Voor mij was het een absoluut hoogtepunt en voorrecht om op de kroon van Chomolungma te hebben mogen staan. Ik heb veel aan Everest te danken. En ik heb mijn klimervaring kunnen uitbreiden om op gegeven moment zelfstandig expedities te ondernemen. Naar bergen waar het geen commercieel circus is. Over de hele wereld zijn zoveel prachtige bergen, in alle soorten en maten. Kortom er blijven altijd uitdagingen en dromen te over voor iedere klimmer! Of je de Everest nu wel of niet hebt beklommen.

N.B. Naschrift: in mei 2016 werd ik benaderd door NOS op 3, om een bijdrage te leveren de tocht naar de top van Everest in beeld te brengen. Zie het betreffende blog op deze website.

Blog151001_Everest_KatjaStaartjes_900

Aardbeving – Einde expeditie

Eigenlijk voor de expeditie goed en wel was begonnen, is deze geëindigd. Katja en Henk vertrokken op 20 april naar Nepal, voor een kleinschalige expeditie naar Gurla Mandhata (7694 m) in West-Tibet. Na een acclimatisatietocht in Helambu zouden ze op 2 mei vanuit Kathmandu naar Tibet rijden. Zo ver is het niet gekomen: op 25 april was er de verwoestende aardbeving van 7,8 op Richter. Een groot drama voor Nepal en alle getroffenen.
Katja en Henk bevonden zich op 80 km van het epi-centrum in een van de zwaarst getroffen gebieden.

Persoonlijk hadden zij een engel op hun schouder. Wel zijn diverse Nepalese vrienden van Katja en Henk zwaar geraakt, doordat gezinsleden zijn overleden, vee is omgekomen en huizen totaal verwoest. De nabijheid van de ramp en het leed, en hun betrokkenheid bij het land, maakt dat Katja en Henk zich inzetten voor een donatie-actie. Zij komen terug naar Nederland op 8 mei aanstaande.

Meer informatie op de expeditiewebsite www.gurlamandhata.nl
Updates over de donatie-actie verschijnen op het expeditieblog.

Blog150428_1_ExpeditieAfgebroken_katjastaartjes_IMG0275_900

Aardbeving – Einde expeditie

Eigenlijk voor de expeditie goed en wel was begonnen, is deze geëindigd. Katja en Henk vertrokken op 20 april naar Nepal, voor een kleinschalige expeditie naar Gurla Mandhata (7694 m) in West-Tibet. Na een acclimatisatietocht in Helambu zouden ze op 2 mei vanuit Kathmandu naar Tibet rijden. Zo ver is het niet gekomen: op 25 april was er de verwoestende aardbeving van 7,8 op Richter. Een groot drama voor Nepal en alle getroffenen.
Katja en Henk bevonden zich op 80 km van het epi-centrum in een van de zwaarst getroffen gebieden.

Persoonlijk hadden zij een engel op hun schouder. Wel zijn diverse Nepalese vrienden van Katja en Henk zwaar geraakt, doordat gezinsleden zijn overleden, vee is omgekomen en huizen totaal verwoest. De nabijheid van de ramp en het leed, en hun betrokkenheid bij het land, maakt dat Katja en Henk zich inzetten voor een donatie-actie. Zij komen terug naar Nederland op 8 mei aanstaande.

Meer informatie op de expeditiewebsite www.gurlamandhata.nl
Updates over de donatie-actie verschijnen op het expeditieblog.

Blog150428_1_ExpeditieAfgebroken_katjastaartjes_IMG0275_900