Benefietopbrengst voor Nepal

De benefietavond voor Nepal van 18 nov – in een uitverkocht theater in Houten – leverde maar liefst 5800 euro op! Op deze avond verzorgde Katja Staartjes de theatervoorstelling Lopen over de grens, Great Himalaya Trail door Nepal. Deze voorstelling was eerder dit jaar via Mondiavisueel in 6 theaters bij te wonen.
Grote dank aan alle aanwezigen en daarmee donateurs! Deze mooie opbrengst was mede mogelijk dankzij de sponsors: Theater aan de Slinger, organisator Mondiavisueel en partners. Tot slot doneerde BlueGreens een deel van de opbrengst van de terplekke verkochte thee, waarmee het eindbedrag op 5800 euro uitkwam.
De opbrengst zal ten goede komen aan de wederopbouw van Nepal, via de Stichting Topaspiraties. Mede namens Nepal grote dank aan allen!
Voor meer informatie zie de website van de stichting.
In geval u zou willen ondersteunen, dat kan via rekening NL 38 INGB 000935 8478 van de Stichting Topaspiraties. Elke euro helpt bij de wederopbouw.

Open lezingen okt + nov 2017

In de herfst van 2017 verzorgt Katja Staartjes twee open lezingen: op 26 oktober in Sittard en op 18 november in Houten.

26 oktober: Met passie naar de top
In deze beeldpresentatie neemt Katja je mee op verschillende expedities: in vogelvlucht naar de Mount Everest en Manaslu, maar vooral vertelt zij over de beklimming van de achtduizender Gasherbrum 1. Zij sluit af met de Great Himalaya Trail door Nepal. Er wordt de link gelegd naar diverse thema’s rondom leiderschap en samenwerken.
– Organisator: Zuyd Hogeschool
– Locatie: Ligne 1, Sittard
– Tijd: 15:30 – 17:45 uur
– Toegang: € 39,95 inclusief het boek Top-inspiratie
– Meer informatie: artikel via WijLimburg 26 september j.l.
– Kaarten: jacqueline.muller@zuyd.nl o.v.v. naam, evt. functie & werkgever, factuuradres.

18 november: Lopen over de grens – benefiet
Dit is een herhaling van de theaterlezing van afgelopen voorjaar, over de 2000 kilometer lange Nepal Traverse door de Nepalese Himalaya. Er wordt afgesloten met de persoonlijke ervaring van de aardbeving in Nepal en de wederopbouw van het Himalaya land. Een combinatie van beeld, video en muziek.
Deze avond is een benefietavond voor Nepal: alle betrokkenen werken belangeloos mee. De kaartopbrengst komt ten goede aan de verdere wederopbouw van Nepal.
– Organisator: Mondiavisueel.
– Locatie: Theater aan de Slinger, Houten
– Tijd: 20:00 – ca. 22:15 uur
– Toegang: € 25,-
– NB parkeren: parkeergarage Kruitmolen, Molen 100.
– Meer informatie: via de webpagina van Mondiavisueel
– Kaarten: via Mondiavisueel of via het theater.

Bergsport Kalender 2017

De kalender 2017 van de Nederlandse Klim en Bergsport Vereniging (NKBV) is beschikbaar: Passie voor Bergsport. In 2014 verscheen deze voor het eerst; de NKBV eerde daarmee de in 2011 overleden klimmer Ronald Naar. In 2015 en 2016 leverden respectievelijk Martin Fickweiler en Menno Boermans de foto’s.

Voor komend jaar is de eer aan bergbeklimmer Katja Staartjes. De kalender staat in het teken van de Himalaya met beelden van zowel de bergen, mensen als cultuur.

De kalender is te koop in de NKBV webshop voor 15 euro (exclusief verzendkosten).

 

 

 

Waarom beklim je bergen?

De laatste tijd zijn drie ‘achtduizenders’ uitgebreid in het nieuws geweest: Manaslu met de expeditie van de Nederlandse mariniers en de dramatische gebeurtenissen op Everest en rondom Dhaulagiri: het overlijden van Eric Arnold (20 mei) en de vermissing van Christiaan Wilson sinds 17 mei, naar wie nog steeds wordt gezocht.
“Waarom in hemelsnaam beklim je die hoge joekels?” is me de afgelopen weken veelvuldig gevraagd.

Wel, de basis is mijn passie voor de bergen:
de majestueuze natuur: het maakt me gelukkig er te zijn. Zo puur, zo krachtig, de grote contrasten. Je realiseert je in de bergen hoe nietig je bent. Het is leven op ’t scherpst van de snede en juist daardoor voelt alles intenser;
het heldere doel: de top. Ook de tussendoelen zijn duidelijk: de volgende berghut, of het volgende kamp;
de fysieke inspanning: ik houd van het lopen en klimmen. De simpele manier van leven en alles in de rugzak;
reflectie: door de fysieke inspanning en de stilte, verdwijnt alle ruis uit mijn hoofd. Ik kan in de bergen reflecteren op het leven. En zie ik weer wat belangrijk voor me is;
de onderlinge verbondenheid: deze ontstaat door de extreme omstandigheden, je bent afhankelijk van elkaar. En iedereen loopt tegen zijn grenzen aan; je leert jezelf en elkaar dus door en door kennen en dat verbindt intens;
de beloning van de top: samen op een top staan, is voor mij het mooiste dat er bestaat. De echte ontlading komt overigens pas beneden, eenmaal veilig terug;
extra waardering: voor de ‘normale’ dingen in het leven: als ik, na alle ontberingen en het afzien, weer thuiskom. Of terugkom in het basiskamp of de berghut. Het is dan genieten van de warmte, van het goede eten en de luxe. Wat ik in het gewone leven normaal vind, waardeer ik ineens zoveel meer.

Of ik bovenstaande niet ook kan vinden in de Alpen? Zeker!! Waarom dan naar die gevaarlijke 8000+ bergen? Inderdaad, je zou het een wat uit de hand gelopen passie kunnen noemen.

Wat me aantrekt in die hoge bergen is niet het gevaar. Het is wel het avontuur, het grootse project. En dat begint al bij de maandenlange voorbereiding in Nederland. Daarna is er de reis naar het land met z’n andere cultuur, de tocht naar de berg, en tot slot de beklimming zelf in al z’n facetten met je team. En niet te vergeten het leven in het basiskamp, als een soort onthaastingskuur. Boven 7500 meter wordt het echt extreem, het heet niet voor niets ‘zone des doods’. Hier kun je het hooguit een paar dagen volhouden. Het is leven op de grens, en dus moet je ontzettend goed naar binnen kunnen kijken, of je je grenzen nog kunt verleggen én wat je echte limiet is.
Een expeditie naar 8000 meter is het leven in een notendop, met al zijn hoogte- én dieptepunten. Je leert jezelf zo goed kennen, iets wat bepaald niet altijd makkelijk en plezierig is. Deze expedities zijn één grote leerschool in groei, persoonlijk leiderschap en teamwork. Om beter te leren omgaan met je eigen grenzen, valkuilen en allergieën, en beter te leren samenwerken. Spiritueel gezien misschien wel: in het worden van een ‘beter’ mens.

Bij zeer hoge en uiterst moeilijke bergen komt er een forse portie ambitie bij. En dus zoals bij elke topsport: focus, discipline, doorzettingsvermogen, veerkracht etc. Het is de top die lonkt! Voor Mount Everest geldt dat dubbel en dwars: het is de aantrekkingskracht op dat hoogste punt van de wereld te staan. Ook mij trok dat aan in 1998. Wat me toen al tegenstond was de drukte en commercie, maar de aantrekkingskracht overwon. Op 13 mei 1999 was het zover en stond ik op het dak van de wereld, samen met elf teamgenoten. Totaal zouden die dag 25 klimmers de kroon van Everest bereiken, 8848 meter hoog. Het was een machtige ervaring.
De aantrekkingskracht van de hoogste bergen zal altijd blijven: de hoogste top van een land, van een continent. En daarom zal het er altijd drukker zijn dan op andere bergen. En daarmee is dit tevens de reden dat een ‘Seven Summits project’ mij persoonlijk nooit heeft aangetrokken.

De drukte en commercialiteit op deze hoogste bergen (en dus op Mount Everest) neemt steeds verder toe. Dat leidde afgelopen seizoen tot de krankzinnige situatie dat er op één dag tegen de 200 klimmers de top bereikten. Ik vind het een weerzinwekkend idee om met zoveel mensen op een berg te klimmen. Maar niet alleen dat, het leidt ook tot extra risico’s. Door het onderlinge wachten, lopen klimmers extra gevaar: bevriezingen, hoogteziekte en op een eventuele weersomslag. Bovendien neemt de irritatie en stress toe, waardoor klimmers sneller uitgeput raken of een fout maken.
Kortom, ik vraag mij inmiddels serieus af: waarom zou je nog naar Everest gaan? Maar ik realiseer me ook dat ik makkelijk praten heb. Ik heb het voorrecht gehad eerder op de top van de Chomolungma (‘moedergodin van de aarde’) te hebben gestaan.

Gelukkig zijn er nog zoveel andere bergen in de wereld! Waar het stil is. Trouwens ook op Everest, als je een andere route kiest. Maar die zijn technisch lastiger en alleen weggelegd voor een paar elite klimmers in de wereld. Zoals er ook in de Alpen en andere gebergtes, technisch makkelijke en moeilijke beklimmingen zijn. Het mooie van de bergsport is, dat iedereen de sport op zijn eigen niveau kan beoefenen! En daarmee kan ieder zijn doelen en dromen verwezenlijken.

Overdracht Jenny Visser Pickel

Marianne van der Steen heeft de Jenny Visser-Hooft pickel ontvangen uit handen van Katja Staartjes. Dat gebeurde aan het begin van de drukbezochte NKBV bergsportdag op 22 nov. in de Jaarbeurs Utrecht. De pickel behoorde ooit aan een pionier in het bergbeklimmen; Jenny Visser-Hooft (1888-1939). Zij klom in 1914 tot boven de 5000 meter in de Kaukasus. In de jaren 1922-1935 ondernam zij samen met haar man Philip Visser maar liefst vier expedities naar het Karakoram-gebergte, waar zij gletsjers en bergen exploreerden waar nog nooit een mens was geweest. Onder andere bereikten ze in 1929 een naamloze top van maar liefst 6500 meter in het Aghil-gebied (ten noorden van de K2, in het huidige China). De pickel van Jenny Visser is door wijlen Frans Visser (zoon van Philip Visser en zijn tweede vrouw, geboren in 1944 na de dood van Jenny) beschikbaar gesteld aan de NKBV voor bergbeklimsters die bijzondere alpiene prestaties hebben verricht.
De eerste die de pickel overhandigd kreeg was Frederike Bloemers, in 2006. Vijf jaar later had Katja de eer de trofee te ontvangen. Zij heeft de pickel nu dus doorgegeven aan Marianne van der Steen.

Marianne is een topklimster in zo ongeveer alle disciplines van de bergsport: sportklimmen (8a), boulder (7c), traditioneel (7b+), mixed (M14) en ijsklimmen (W17). Zij neemt deel aan worldcups op gebied van ijsklimmen en drytooling, en realiseerde afgelopen jaar bijzondere beklimmingen in o.a. Alaska (Mount Hunter), op de Eiger noordwand en een eerstbeklimming in India (Shiva’s Hair op Thirot Shivling, via de expeditie met de NKBV expeditie academie). Hopelijk gaan we in de toekomst nog veel meer horen van Marianne!
Vaste klimpartner van Marianne is haar vriend Dennis van Hoek. Het duo is te volgen via www.verticallife.nl

N.B. Tijdens de bergsportdag gaven Marianne en Dennis een demonstratie/cursus drytooling; zie een van de foto’s hieronder. Een absoluut hoogtepunt tijdens de bergsportdag was de lezing van de sublieme klimmer Ueli Steck. En er was de Nederlandse premiere van de indrukwekkende film Metanoia, over de Amerikaanse klimmer Jeff Lowe. Met eerder op zaterdag 21 november de aangrijpende IDFA-film Touching the sky (hoe is het als je ouder overlijdt op de K2), was het een intens en uniek ‘indoor’ bergsportweekeinde.

Nieuwe profilering

De website katjastaartjes.nl is vernieuwd en online! Een metamorfose; de site is aangepast aan de huidige tijd en mobiele communicatiemiddelen. Met meer aandacht voor beeld uit de bergen en video. De site is gemaakt door COTT, in intensieve samenwerking met Frits Tomson.
Er zijn nog een paar openstaande punten, die komende tijd worden afgewerkt, zoals de toelichtende tekst bij de expeditie-foto’s, het Engelse deel van de site, wat details. Verder komt er nog een inspiratie-pagina (inspiratie uit de bergen: foto’s met quote) en een samenvattende versie voor mobiele telefoons.

Behalve een nieuwe site, hebben logo en huisstijl een restyling ondergaan. Het ontwerp komt van Endeke Huisman (Penong Ontwerp), met wie Katja al jarenlang samenwerkt. Bijgaand het kleurige visitekaartje. Voor wie wil weten welke berg het is: de prachtige Ama Dablam in Nepal (6856 m, genomen op weg naar Amphu Labtsa).

De restyling werd vooraf gegaan door een filmpje dat sinds september online is. Hier stelt Katja Staartjes zich voor als motivatie spreker. Deze video is gemaakt door filmcollectief De Observeerders. Later dit jaar volgen er nog twee extra fragmenten, vanuit het materiaal dat al geschoten is. Katja werd eerder door de Observeerders gefilmd in opdracht van Hemels van der Hart (Hartwerkers) en Friesland Campina (een clip die binnenkort online gaat in HongKong).

 

 

Film EVEREST

Katja Staartjes: “Onlangs is de film EVEREST uitgekomen, van de IJslandse regisseur Kormakur. Het is een geromantiseerde film over het waargebeurde Everest-drama van 1996. Hierover zijn verschillende boeken verschenen waaronder Into Thin Air van John Krakauer. Ik krijg veel vragen over de film…
Ik vind het een indrukwekkende film. Geweldig, de 3D-opnamen van de Everest zelf en de omgeving. Een beetje alsof ik de beklimming zelf opnieuw maakte; in 1999 klom ik via dezelfde route (de Nepalese kant, via zuid-oostgraat) naar de top. De scenes met de klimmers zijn duidelijk op een andere plek opgenomen, maar toch is het knap weergegeven.
Al met al laat de film wel een negatief beeld achter van de bergsport op Everest. En dat klopt grotendeels ook. Als eerste zou ik willen stellen dat de film ‘Everest’ niet representatief is voor de bergsport. Zoals ook het daadwerkelijk klimmen op de hoogste berg ter wereld niet representatief is voor de bergsport. Helaas is op Everest (op de twee normaalroutes) bijna alles vercommercialiseerd, en het wordt helaas alleen maar erger. Zoals dat ook het geval is op de Mont Blanc. Alleen daar is de invloed van de hoogte minder desastreus op het menselijk lichaam.

Vraag blijft staan: komt dit verhaal overeen met de werkelijkheid? Ja, behoorlijk. Ik was uiteraard niet bij de expeditie van 1996, waarin dit verhaal speelt. Ik vind echter dat veel aspecten van het commerciele klimmen op Everest (georganiseerd/geleid door een betaald bureau/gidsen) goed in beeld worden gebracht:

  • De invloed van de commercie en competitie tussen de teams: de noodzaak publiciteit te hebben, en daarin goed voor de dag willen komen met zoveel mogelijk topsucces. Beter willen presteren dan de ‘concurrent’. Dit is overigens in andere sporten niet anders, alleen in 1996 was dit iets nieuws in het klimmen op Mount Everest. Gezien de grote risico’s van de beklimming brengt dat extra nadelen mee.
  • De verschillen tussen de expeditie-outfitters. Rob Hall (Adventure Consultants) versus Scott Fischer (Mountain Madness), waarbij de laatste ervan uitging dat je zelfstandig moet kunnen functioneren op de berg.
  • Dat ook gidsen en topklimmers last kunnen krijgen van extreme hoogteziekte; dit wordt Scott Fischer fataal.
  • Dat er klimmers op Everest komen, die daar qua klimervaring niet thuis horen. Dit is een kwalijke zaak, maar helaas wel de waarheid. En het wordt steeds pregnanter met het verder toenemen van de drukte de laatste jaren. Overigens ingewikkeld hoe je dit zou moeten reguleren: wie wel en niet weigeren? En wie beslist dat?
  • Door de aanwezigheid van meerdere teams, de noodzaak om onderling afspraken te maken over de logistiek. Rob Hall nam hiertoe het initiatief, wat nieuw was in het expeditie-klimmen. Het Zuid-Afrikaanse team haakte hierop af. Inmiddels is afstemming gemeengoed geworden op de bekende achtduizenders, en met name op Mount Everest. Hier worden ook kostenafspraken over gemaakt.
  • De kracht van een storm op hoogte.
  • Hoe lastig het is om de logistiek goed voor elkaar te hebben hoog op de berg: wachten op touw; iedereen functioneert slecht, dus je vergeet snel wat is afgesproken. En het is een gigantische klus om vast touw aan te brengen (tegenwoordig wordt dit door de Sherpa’s gedaan en pas daarna mogen Westerse klimmers omhoog). Ook de logistiek rondom zuurstof maakt duidelijk hoe lastig dit te organiseren is op hoogte. En als klimmers zonder komen te zitten, hebben de meesten een gigantisch probleem. Zelf zou ik overigens willen pleiten voor stoppen van zuurstofgebruik op achtduizenders, maar dat is een separate discussie en commercieel niet haalbaar (daarop haakt bijna iedereen af).
  • Tot slot, de kracht van de liefde. En daarbij de pijn, die hoort bij verlies. Het verlies van klimmers die er zelf voor kiezen naar Everest te gaan en het risico dus bewust nemen.

Overdreven in de film zijn scènes waarin gedanst wordt in het basiskamp en alcohol gedronken. Ook lijken de karakters van Scott en Rob tbv de film uitvergroot.
Verder wordt de indruk gewekt dat deelnemers zelf nog niets weten van het effect van de hoogte, door een soort van college terplekke. Dat gaat me veel te ver, alhoewel ik denk dat deze keuze gemaakt is om de ‘onwetende kijker’ te tonen wat zuurstoftekort met je doet.

Kijkende naar de invloed van de hoogte op het menselijk lichaam, vind ik eea. behoorlijk uitgewerkt: je functioneert simpelweg zeer slecht boven 7500 meter, de ‘zone des doods’. Sterker nog, in werkelijkheid klimmen we de laatste paar honderd meter op de berg nog langzamer; je staat veelal over je pickel gebogen om je op te maken voor de volgende stap. Zo’n 100 meter per uur is de normale snelheid, zonder grote tegenvallers als diepe sneeuw. In de film zie je mensen verder met open jas en bloot gezicht met elkaar praten, wat gezien kou, wind en massaal zuurstofgebruik bijna niet voorkomt. Deze keuze is trouwens begrijpelijk, want anders is er qua gezichtsuitdrukking niets in beeld te brengen.

Wat ontbreekt in de film: de cruciale rol van de Sherpa’s in de expeditie, zowel in het basiskamp als op de berg. Dit is ook wat de weduwe van Rob Hall betreurt. Regisseur Kormakur geeft hierop als weerwoord dat het simpelweg niet lukte om alles in deze 2 uur durende film te ‘stoppen’. Dat kan ik wel begrijpen gezien de hoeveelheid informatie, feiten en mensen die nu al in de film voorkomt, maar toch is het een tekortkoming.

Waarom het uiteindelijk zo ontzettend mis kon gaan op het einde van de film? Dat is ontegenzeggelijk ‘te ver over de grens gaan’. Deelnemer Doug, die allang had moeten omkeren omdat hij te zwak was. Maar ook voor expeditieleider Rob Hall, die voor zijn klant (of de roem?), de absolute deadline qua omkeertijd overschrijdt. Voor gids Scott Fischer, die over zijn persoonlijk grenzen gaat (omdat hij niet achter wil blijven op zijn concurrent Rob?). En dan uiteindelijk de allesverwoestende storm, die het voor de afdalers onmogelijk maakt het kamp terug te vinden.
Het maakt eens te meer duidelijk dat je Everest niet kunt bedwingen; de berg en de natuur hebben altijd overwicht. Wij mensen zijn slechts nietige wezens. En als je daar als klimmer niet goed op inspeelt en niet goed naar binnen kijkt, betaal je een hoge prijs.

Persoonlijk verafschuw ik commercie en drukte op een berg. Toch ben ook ik gevallen voor de aantrekkingskracht van de Chomolungma (moedergodin van de aarde), zoals Everest wordt genoemd. Het blijft de hoogste berg ter wereld. Ik heb geluk gehad dat de drukte in 1999 nog relatief beperkt was: op 13 mei klommen we met ruim twintig klimmers naar de top. Toen ik de beroemde Hillary Step beklom was ik zelfs alleen. Op de top stonden we met een man of acht, prachtig om dit moment te hebben kunnen delen.
Voor mij was het een absoluut hoogtepunt en voorrecht om op de kroon van Chomolungma te hebben mogen staan. Ik heb veel aan Everest te danken. En ik heb mijn klimervaring kunnen uitbreiden om op gegeven moment zelfstandig expedities te ondernemen. Naar bergen waar het geen commercieel circus is. Over de hele wereld zijn zoveel prachtige bergen, in alle soorten en maten. Kortom er blijven altijd uitdagingen en dromen te over voor iedere klimmer! Of je de Everest nu wel of niet hebt beklommen.

N.B. Naschrift: in mei 2016 werd ik benaderd door NOS op 3, om een bijdrage te leveren de tocht naar de top van Everest in beeld te brengen. Zie het betreffende blog op deze website.

Blog151001_Everest_KatjaStaartjes_900